vrijdag 19 april 2013

2013-04-19

 
 

 
 TERUG IN TOULOUSE, WINTERSPORT OP DE BOOT
 
Februari was ons te koud in Nederland en we waren blij om de 25e februari te kunnen vertrekken naar het zuiden, naar Toulouse, waar onze boot overwinterde. Vanuit het vliegtuig zagen wij al een zwart/wit landschap in de buurt van de stad en ons vermoeden werd na de landing bevestigd. Op weg van het vliegtuig naar de boot sneeuwde het en wij troffen de boot onder een dik pak sneeuw aan! In de boot was alles kurkdroog maar ijzig koud. We hebben de kachel aangezet en zijn de kroeg ingegaan, waar we nog net van het ‘happy hour’ gebruik konden maken. Daarna hebben wij verderop heerlijk gegeten en zijn wij via glibberige gangboorden in de inmiddels behaaglijke boot teruggekeerd. Het bed was ook verwarmd door onze elektrische onderdeken. We hebben heerlijk en rustig geslapen, want de sneeuw dempte alle (stads)geluiden!
 
 
EN  PANNE
 
Op een boot is altijd wel wat te doen. Een goed Nederlands gezegde is: Koop een boot en werk je dood. Dat laatste willen wij nog graag uitstellen en zo stellen wij bepaalde werkzaamheden ook graag uit! Maar er zijn problemen, die geen uitstel dulden. Er lopen veel waterslangen door de boot met slangenklemmen aan koperen leidingen vastgemaakt. Na verloop van tijd gaan die hoe dan ook lekken. Onder in de boot zie je het resultaat, maar waar zit de boosdoener? Met behulp van kranten onder alle klemmen te leggen (tip van Gé Been) en veel geduld kwamen we dit jaar achter 3 van die problemen die we konden verhelpen. Onze vouwfietsen, dat was een ander probleem. Het aluminium stuur van de fiets van Elsbeth was voor de 2e keer gebroken. De eerste keer was dat in Montbard gebeurd (zie een vorige blog langs het Canal du Bourgogne) en werd daar voor de eerste keer gelast. Wij zijn bijna alle fietsenzaken in Toulouse afgeweest. Aluminium lassen kan niet iedereen, zelfs niet in de stad waar ze (uiteraard ook van aluminium) vliegtuigen bouwen. Ik kreeg een adres maar daar aangekomen (5 km van de haven) bleek de goede man al jaren met pensioen te zijn. Uiteindelijk kreeg ik via het ‘Maison de Vélo’, een fietsenzaak t.o. het station een adres in Montrabe. Een eind weg. Na het eindstation van de metro nog een 30 minuten per bus. Daar aangekomen was men ontroerd dat wij deze lange reis ondernomen hadden en hebben direct het stuur gelast. In het Maison de Vélo hebben ze later de versnellingskabel en versleten trapper vervangen. Wij kunnen de komende zomer weer fietsen en overal waar we komen boodschappen doen en de omgeving verkennen. En aan boord droge voeten houden!

 
PENOZA

Wij hadden aan Sinterklaas gevraagd DVD’s van leuke series op TV van de afgelopen tijd in onze schoen te stoppen. En zo kregen wij de hele serie afleveringen van Penoza mee. Na een paar afleveringen waren wij al verslaafd. Overdag werden wij ook steeds herinnerd aan de serie. Tegenover ons lag een 22 meterlange péniche, CARMEN genaamd, de hoofdpersoon uit de serie. In 3 dagen tijd hebben wij de 10 uur durende afleveringen in de avonduren verslonden! Inmiddels hebben wij Borgen deel 1 ook geconsumeerd in hetzelfde tempo. Wij zijn niet in staat om ons tot één aflevering per avond te beperken!

woensdag 10 april 2013

2013-04-10

 
 
‘TER  LAND,  TER  ZEE  EN  IN  DE  LUCHT’ EN  DAT  ALLEMAAL  IN   TOULOUSE
In oktober hebben wij veel bezoek gehad. Ellen en Caroline kwamen langs en met hen hebben wij de kroegen en musea van de stad bezocht. Ook Noortje en Robbie kwamen voor een lang weekend naar Toulouse. Het was prachtig weer. Er is geshopped in de stad, we hebben gevaren met de rondvaartboot ‘Capitole’ op de Garonne en de volgende dag een bezoek gebracht aan de trots van Toulouse, de Airbus-fabrieken. De Beluga is de vrachtversie van hun grootste passagiersvliegtuig, de AIRBUS 850. Die ziet er inderdaad uit als een walvis en wordt gebruikt om elders geproduceerde onderdelen (in Duitsland, Engeland en Spanje) naar Toulouse te vliegen, waar de assemblage plaatsvindt. In een immense hal wordt aan drie van die grote vliegtuigen tegelijk gewerkt. Na het vertrek van Noortje en Robbie vonden wij overal in de boot pepernoten en chocoladeletters als stille hint dat Sinterklaas in aantocht was en het tijd werd voor ons om naar huis te komen. Sinterklaas wordt door ons altijd uitgebreid gevierd.
 
 
GRAND  ROND  IN  TOULOUSE
Vlakbij onze haven ligt het Grand Rond. Een cirkelvormig park, 300 meter in doorsnede. Het is eind 18e eeuw aangelegd met rondom een imposant hekwerk. Onder de hoge bomen kon de gegoede burgerij flaneren langs een grote vijver en muziektent. Er staan overal beelden op grote sokkels. Zo staan tegenover elkaar 2 beelden met angstaanjagende wolven met welpen, de één met Romulus en de ander met Remus. Wat die twee stichters van Rome in Toulouse te zoeken hadden? Door Asterix en Obelix mee uit Rome meegenomen? Niemand kent hier het ware verhaal. Iedereen kent wel de Mistral, een vaak krachtige bergwind in het Rhonedal tussen de Alpen en het Centraal Massief, zie een vorige blog in Avignon... Bij Toulouse heb je de Autan, de bergwind tussen datzelfde Centraal Massief en de Pyreneeën. In oktober vorig jaar stak deze Autan op, 3 dagen lang met windstoten tot 150 km/uur. In de haven moesten wij de boten met extra lijnen vastleggen. Hoge bomen vangen veel wind, zo ook in het Grand Rond. Een honderdjarige boom viel om. Boven op de beide beelden, die in stukken van hun sokkel vielen. Dat was het einde van het uitstapje van Romulus en Remus in Toulouse!
 

TERUG NAAR HUIS
We vliegen naar huis via Nice. Met een gehuurde auto hebben wij de plaatsen te bezocht, die met de boot onbereikbaar waren. Albi, Arles en het eigenaardige stadje in de Camargue Saintes-Maries-de-la-Mer, de bizarre pelgrimsplaats voor zigeuners. In het jaar 40 na Christus werden door de Joden in Jeruzalem 8 mensen in een bootje zonder roer, zeilen en proviand de zee opgestuurd. Een rare hobby vroeger, denk aan Mozes en ook Romulus en Remus. Onder deze acht verstoten mensen bevonden zich Maria Magdalena en Maria Salome en hun zwarte dienares Sara. Zij landen na bijna de hele Middellandse zee overgestoken te zijn precies op dit uiterste puntje in de Camargue en nog levend ook! De twee Maria’s werden later heilig verklaard door de Paus, maar de zwarte Sara kon dat schudden. Zij werd wel de patrones van de zigeuners. Alle drie zijn begraven in Saintes-Marie-de-la-Mer. Eind mei komen uit heel Europa de zigeuners naar dit soort van Mekka. Tien dagen lang worden dag en nacht in de kerk huwelijken ingezegend en kinderen gedoopt. Op 24 mei wordt met het beeld van Sara in processie naar en door de branding gelopen. Een dag later eveneens met de beelden de beide Maria’s. Wij waren daar in november... Maar het was in en rond de kerk nog steeds erg druk met veel souvenirwinkels in het in deze tijd zeer rustige stadje. Verder gereden naar de Var hebben wij in Salernes een paar dagen bij Caroline en Vincent te hebben doorgebracht eindigden wij in Nice. Natuurlijk konden wij het niet laten en brachten een bezoek aan de haven. Er lagen op rij een zevental vrijwel identieke superjachten van 35 meter lang, voor de verhuur met bemanning en al voor vele tienduizenden euro’s per week. Onze Gairloch kon makkelijk op het zwemplateau van het schip! En in de haven van Nice eindigen wij de blog van 2012.

2013-04-10

 
 
VIANNE
Aan de Baise ligt een tiental km vóór Nérac het kleine plaatsje Vianne. Een dorp met 1200 inwoners in een rechthoekige nog steeds bestaande fortificatie. Een echte Bastide dus met een groot plein in het midden, een toeristische trekpleister. Verderop ligt over het riviertje een oude brug met tolhuisje. De gangbare tarieven uit vroegere tijden staan er op vermeld. Een paard en wagen moest 60 centimes betalen. Per extra paard een ‘dubbeltje’ meer. Alleen het start tarief voor een postkoets was 1,90 francs. Maar dan moest de koets binnen een uur ook weer weg zijn. Heden ten dage zijn er ruime mogelijkheden langs de oevers om met je boot te liggen. Met elektriciteit en water gratis voorhanden zijn de tijden daar inmiddels qua tarifering veranderd en mag je daar 2 dagen zonder liggeld te betalen liggen en van alle faciliteiten gebruik maken. Er wordt wel verwacht je boodschappen natuurlijk in Vianne te doen.


HET  FOUTE  KNOPJE
Een honderd meter vóór de sluis moet je aan een stang draaien om het automatische sluismechanisme in gang te zetten. Eenmaal in de sluis afgemeerd moet je op een groene knop drukken. Aan boord ben ik het die aan de knoppen zit, in de sluis is het Elsbeth. Zo ook deze keer, maar ja, Elsbeth doet soms 3 dingen tegelijk. Ik riep iets tegen haar, zij keek naar mij, antwoordde en drukte zonder naar de knoppen te kijken op de rode knop en zette zo de hele sluis buiten werking. Zij moest bellen om te melden wat er aan de hand is. Tja, legde Elsbeth uit, gewoon het foute kopje ingedrukt! Na 20 minuten verscheen een VNF beambte, pas des problèmes, gebeurt zo vaak! Hij zette  de sluis weer in werking en wij konden onze reis vervolgen. Een geruststelling voor Elsbeth! Op meer dan 1000 sluizen is het één keer fout gegaan. Een prima gemiddelde! Toch?

PIERRE PAUL RIQUET
Op een leeftijd dat heden ten dage in Frankrijk iemand allang met retraite is, gepensioneerd dus begon Pierre Paul Riquet inmiddels al 58 jaar oud met de uitvoering van het graven van een kanaal tussen de Atlantische oceaan en de Middellandse zee. Een plan dat al bestond bij de Romeinen en waar zelfs Leonardo da Vinci geen oplossing voor had. Op jonge leeftijd, rijk getrouwd, woonde Riquet op het Château Bonrepos, 20 km boven Toulouse. Hij was aangewezen om de belasting te innen van de zoutboerderijen in de Languedoc. Hij reisde daarvoor veel en kwam zo veel te weten over de geografie van de streek en kreeg ideeën over de mogelijkheden van een kanaal tussen de twee zeeën. En van zijn ideeën maakte hij een maquette. De aartsbisschop van Toulouse die dit zag, werd enthousiast en via minister Colbert werd ook Lodewijk de XIV overtuigd. Hij gaf zijn toestemming in de verwachting dat dit hem toch zeker eeuwige roem zou kunnen brengen. De financiering kwam deels van de staat, de streek Lanquedoc en voor 20% van Riquet privé. Het grote probleem was de watervoorziening. Hoe krijg je genoeg water op het hoogste punt bij Naurouze (192 meter boven de zeespiegel), zodat de panden naar beide oceanen het hele jaar door van voldoende water werden voorzien. Daarvoor liet hij een kunstmatig stuwmeer aanleggen met een aarden wal, het Lac St. Féreol. Via riviertjes en deels gegraven kanalen kwam het water vanuit de Montagne Noire, de meest zuidelijkste uitloper van het Centraal Massif in dit stuwmeer terecht. Vervolgens werd het water via 2 gegraven kanaaltjes een 40 km  zuidelijker verder geleid naar een kleiner stuwmeer bij Naurouze, vlakbij het hoogste pand van het toekomstige kanaal. Riquet was zelf geen waterbouwkundige. Daarvoor vroeg hij ene Andreossy mee te doen,een bouwmeester van kanalen in Italië. Organiseren kon hij wel zelf als de beste. Hij gaf leiding aan 12000 arbeiders, die aan 328 kunstwerken vrijwel tegelijk werkten, zoals stuwmeren, sluizen, aquaducten en  de eerste tunnel (Malpas) ooit gebouwd ter wereld, waar een boot doorheen kon varen, 160 meter lang en in 6 dagen gegraven(!). Toevallig kwam minister Colbert langs en kon een gunstig rapport uitbrengen bij Lodewijk de 14e. In 13 jaar tijd was het Canal Royal (genoemd ter ere van Louis XIV natuurlijk) klaar vanaf Agde naar Toulouse, 240 km lang. Vanaf Toulouse moesten de boten  via de Garonne (een regenrivier) 200 km naar Bordeaux zien te komen. Het einde van de bouw van het kanaal heeft Riquet niet mee mogen maken. Hij overleed uitgeput (en platzak!) een jaar voor de opening, maar  werd wel begraven in de grootste kathedraal van Toulouse, de St Étienne. Zijn erfgenamen mochten het tolgeld gaan innen en zo kwam het familiekapitaal weer op peil. Want het kanaal werd een groot succes. Er voeren in de glorietijd een duizendtal vrachtschepen heen en weer Tot 1789, het jaar van de Franse revolutie. Vanaf die tijd heet het ook geen Canal Royal meer, maar Canal du Midi en was het tolgeld voor de staat. In Toulouse staat bij het Canal du Midi een groot standbeeld van Pierre Paul Riquet. Om hem te eren als groot ‘L’entrepreneur visionaire’ van dit toentertijd genoemde 8e wereldwonder. En als bouwer van dit in 13 jaar tijd gerealiseerde kanaal, toen er nog sprake was van echte handenarbeid. Pas in 1856 kwam er pas een kanaal lateraal aan de Garonne richting Bordeaux dat het voor de scheepvaart een stuk makkelijker maakte om vanuit Toulouse de Atlantische oceaan  te bereiken dan via de grillige Garonne. En zo werd het Canal Royal via het Canal du Midi en het Canal lateral de Garonne  uiteindelijk een echt Canal  Entre deux Mers. Na ruim twee eeuwen intensief gebruik van het kanaal was de beroepsvaart eind vorige eeuw vrijwel verdwenen. Gelukkig kon toen de pleziervaart het intensieve gebruik overnemen. Het warme klimaat speelde een zodanige rol, dat het Canal du Midi het meest bevaren kanaal van Frankrijk is geworden, waar inmiddels 1000 huurboten op en neer varen. In 1996 is het kanaal op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst. Of dat zo  blijft is de vraag. Als alle 42000 platanen langs het kanaal zijn gekapt (door ziekte ten dode opgeschreven, zie een vorige blog) en door de gebrekkige samenwerking tussen de verschillende departementen, waardoor het kanaal loopt, maakt men zich zorgen over de toekomst van het kanaal. Wij zijn hier om het kanaal nog in zijn volle glorie mee te maken en het is werkelijk
waanzinnig mooi.